Justin is 7 jaar en is boos. Heel boos, vaak boos, erg boos, steeds bozer. Hoe zijn regisseurs, Schaap en Aap, hem hielpen met zijn boosheid om te gaan…

Hoogbegaafd

Justin verveelt zich op school; de lessen zijn saai, lezen kan hij alláng en de juf doet ein-de-loos lang over de instructie. Bovendien moet hij veel te veel rijtjes sommen herhalen, en dat is stom.
Justin blijkt hoogbegaafd. Dan zijn herhaling en lange instructie en b-oo-m niet te doen voor zijn hersenpan.

Dus wordt Justin boos. Niet op school, want dat durft hij niet, uit angst voor een boze juf en dan pakt ze misschien voor straf wel zijn leuke extra werkjes af. Wel thuis, want als hij moe uit school komt en hij moet meteen van alles – tafel dekken en zijn schoenen uit en zijn handen wassen en hij mag ook al niet op de i-Pad – ja, dán barst de bom.

Boze gevoelens en waarom die er zijn

We gaan samen een knuffel zoeken voor ‘boos’. Draak natuurlijk! Justin pakt ook knuffels voor andere emoties: Konijn voor verdrietig, Pauw voor vrolijk, Duif voor vrede en natuurlijk de Wijze Uil voor rustig. Maar Draak is de baas, en dat is heel vervelend, want die gaat gewoon met zijn lange lijf en vuurspuwende bek vóór de anderen staan!
Dus introduceren we de regisseur: Schaap. Die mag de regie overnemen: die mag gaan bepalen welk dier op de voorgrond mag. Draak vindt dat wel moeilijk, maar wanneer Justin hem uitlegt dat hij wél blij is geweest met de hulp van Draak – die laat immers heel goed merken wanneer Justin het niet naar zijn zin heeft.  Justin wil vanaf nu graag dat de regisseur bepaalt wie van de knuffels het beste kan helpen. Dat snapt Draak. Hij wacht steeds vaker tot hij geroepen wordt door de regisseur. De andere knuffels vinden dat fijn, want zij mogen steeds vaker naar voren stappen! Justin, en zijn ouders, vertellen dat hij steeds minder vaak en minder lang heel boos is. Fijn!

Boos op school

Dan komt er een telefoontje van Justin’s moeder: school heeft gemeld dat Justin de laatste tijd heel vaak boos is op school. Vreemd, want dat was eerder nooit zo. Justin vertelt dat het klopt: de regisseur valt op school namelijk steeds in slaap, omdat het zoooo saai is. Thuis is de regisseur wel wakker, dus komt Draak nu op school weer uit zijn hok.
Aha. Tuurlijk. Logisch. Geef Draak eens ongelijk: hij protesteert tegen saai.

Regisseurs

Maar gelukkig, zo vertel ik aan Justin, heeft elke regisseur een assistent, die aan het werk is wanneer de regisseur een dutje moet doen. Dat is Aap.
In een gesprek met ouders en de juf van Justin bespreken we op welke manier school de werkdag interessanter kan maken voor de hersenpan van Justin.

Een paar weken later komt het bericht dat de boze buien op school sterk zijn afgenomen. Justin heeft met Aap dus een goeie assistent-regisseur aangesteld!

Zes jaar is hij. Weet alles van Rio de Janeiro en van het beeld van Christus de Verlosser, want daar vliegt hij regelmatig heen met Google Earth. Heeft uitstekend inzicht in voetbalstrategie. Weet dat Columbus Amerika ontdekt heeft en dat daar al indianen woonden.

Je anders voelen

Hij voelt zich anders dan andere kinderen, want niemand in zijn klas weet wie Christus de Verlosser is. Erger nog: niemand bekritiseert het geloof. Terwijl dat echt allemaal niet zo logisch is. Gelukkig kan hij daar thuis wel over praten.

Hij voelt zich anders, want zijn klasgenootjes schoppen gewoon de bal richting het doel, en spelen echt niet tactisch. Groep 8 jongens wel, dus gaat hij daar mee voetballen.
Hij voelt zich anders, want hij wist op zijn tweede al dat er zoiets bestond als Amerika en Afrika. En dat is kennelijk niet normaal.

Hoogbegaafd, zo heet dat. En hij baalt ervan, want hij wíl niet anders zijn. Als ik hem vraag: stel nou dat je niét hoogbegaafd was, zou je je dan ook niét anders voelen dan andere kinderen? Ja, dat nog wel. Dus tja, dat woord zelf is kennelijk niet het probleem.

Anders zijn

Zo zijn er meer: kinderen die in hun diepste wezen voelen dat ze in sommige opzichten anders zijn dan de meeste klas- of leeftijdsgenootjes. Die dat niet willen, en tegelijkertijd het heel vanzelfsprekend vinden, want zo zijn ze nu eenmaal. Die kinderen kunnen wel wat ondersteuning gebruiken. Allereerst vanuit begrip: jij bent niet gek of raar of afwijkend. Jij bent anders, en anders is prima.

Problemen

Vervolgens gaan we kijken waar er problemen zijn ontstaan.
Als dat vooral op school is: wat kunnen we doen om je je daar beter op je plek te krijgen?
Als dat vooral thuis is: hoe kunnen we papa en mama helpen jou te snappen, en andersom? Wat kunnen we doen zodat je boze of verdrietige uitbarstingen niet meer zo erg nodig zijn?

Lange weg, eerste stap

Vaak is dat een lange weg. Vaak is de stap naar mijn praktijk de eerste stap. Lang niet altijd is het ‘klaar’ als wij klaar zijn. Maar altijd is het streven om een kind zich begrepen en gezien te laten voelen –een groot goed en vaak een zeldzaamheid voor hoogbegaafde kinderen.

In de klas zijn alle taallessen vormgegeven als een toneelstuk en Peter legt tot in detail uit hoe je daarin dan spelling en begrijpend lezen verwerkt. Trouwens, als je het in het Engels doet sla je twee vliegen in één klap!
Rekenen gaat met veel bewegen: door op en van de tafels te springen leer je optellen en aftrekken. Alsof ‘ie de nieuwste wetenschappelijke inzichten al gelezen heeft!
Oja, en er zitten alleen maar jongens in de klas, want wat heb je nou aan meisjes? En als je je vinger opsteekt komt de juf (liever nog een meester) je meteen helpen, ook als je slim bent. En het allerbelangrijkste: je mag gaan zitten naast wie je wilt!

En intussen…

Terwijl Peter mij dit met overduidelijk plezier allemaal vertelt, stuitert en duikelt hij de kamer door. De knuffels worden in de lucht gegooid, tussen twee zinnen door maakt hij een serie koprollen en bouwt een toren met Kapla. En gooit die met zijn voeten weer om, want dat maakt zo lekker veel troep (en kinderen hoeven in de praktijk niet op te ruimen, dus troep maken is een populaire bezigheid).

Max bellen

Ik zie een beweeglijk kind, dat een hoop prikkels en actie nodig heeft om zijn hersenen optimaal te laten functioneren. Die ook steeds even ontlading nodig heeft. Die precies weet wat goed voor hem is. Die helemaal niet boos is wanneer hij even tegengas of een kritische vraag van mij krijgt. Die feilloos kan aangeven waar de pijnpunten zitten.
Zou het nu echt niet mogelijk zijn om een deel van zijn plannen, al is het maar zo nu en dan, uit te voeren? Ik voorspel dat de boosheid dan afneemt, het plezier in school toeneemt, en dat hij dan ook best al die vrouwen en meisjes om hem heen kan handelen.
Voor die raceauto mag ‘ie dan zelf Max Verstappen even bellen…..